Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Vereniging Oud Hoorn - Actualiteit

Schilderijen horen toch thuis in Hoorn   (07-12-2015)

wfaKIEV - In het geheim is in Oekraïne geprobeerd om de in 2005 geroofde kunstschatten van het Westfries Museum in Hoorn terug te halen naar ons land.

Het drama rond de Hollandse meesters voert terug naar de nacht van 9 op 10 januari 2005, de nacht voor de viering van het 125-jarig bestaan van het Westfries Museum. Kunstrovers laten zich in het Hoornse museum insluiten en saboteren het alarm. Kostbaar porselein en vitrines gaan worden vernield, zilveren kunstobjecten verdwijnen en 24 topwerken van meesterschilders worden spijker voor spijker uit hun lijsten gehaald en meegenomen.

„Van het ene op het andere moment zaten we met een enorm gat in onze collectie van de gouden eeuw”, kijkt museumdirecteur Ad Geerdink terug. ,,Van sommige schilders hebben we geen enkel werk meer.”

Website

De gestolen kunst is jaren spoorloos. Tot januari 2014. Een rechercheur ontdekt een van de doeken op een website in Oekraïne en tipt het museum. Geerdink: ,,Het ging om een foto van het schilderij ’Rebecca en Eliëzer’ van Jan Linsen. In kleur. Omdat we zelf alleen zwart-witfoto’s van dit werk hebben, weten we zeker dat het een van onze schilderijen is.”

Pas in de zomer van dit jaar ontvouwt zich in Kiev een vervolg. Een ultranationalistische militieleider, Borys Humeniuk, zoekt contact met de Nederlandse ambassade. Hij wil onderhandelen over de gestolen buit uit Hoorn. De commandant wil een ’mooi gebaar maken naar Nederland’ en de collectie retourneren.

,,Nederlandse autoriteiten hebben ons toen ingeseind,’’ vertelt Geerdink. ,,Vanwege zijn goede reputatie hebben we de Deventer onderzoeker Arthur Brand ingeschakeld om voor het museum te onderhandelen.”

Roofkunstjagers Brand en Alex Omhoff van bureau Artiaz spoorden eerder dit jaar in Duitsland verdwenen kunstschatten van Adolf Hitler op. De strijders die contact zochten met de ambassade nemen het op tegen pro-Russische rebellen in de Oekraïense oorlogsregio’s. De strijders worden ook met politieke afrekeningen in verband gebracht.

Brand: ,,De gevechtseenheid wil dollars voor de Hoornse kunstwerken zien. De strijders menen dat de collectie zeker vijftig miljoen euro waard is. Ze eisen tien procent, ruim vijf miljoen dollar. In werkelijkheid zijn de schilderijen enkele miljoenen waard. Pijnlijk duidelijk werd dat de militie het museum niet als de rechtmatige eigenaar ziet. Ondertussen werden de schilderijen al in het internationale illegale circuit aangeboden.”

Vastgelopen

Brand stuitte ook op een connectie met de Oekraïense geheime dienst, SBU. ,,Onze informanten noemen Valentyn Nalyvaichenko, de in juni ontslagen baas van de SBU als tweede opdrachtgever.’’ Zijn betrokkenheid bij de Nederlandse roofkunstaffaire is volgens Brand uiterst aannemelijk. ,,Het staat vast dat de SBU de Hoornse kunstschatten al ruim een jaar onder controle had, toen Nalyvaichenko er nog de scepter zwaaide. Niets gebeurde zonder zijn medeweten.”

De gesprekken over de schilderijen zijn weer vastgelopen. ,,Humeniuk liet weten er niets meer mee te maken te willen hebben,” aldus Brand.

bron: NHD

--------------------

Lees meer over de gestolen kunst op de site van het Westfries Museum

 

 

 

Nieuwsarchief