Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Een dodelijk mengsel: rattenkruit, meel en kruisbessen

Berichten uit het Oud Archief van Hoorn - Nr. 18
Oud Rechterlijk Archief Hoorn - Anno 1727

(De onderstreepte woorden worden aan het slot verklaard.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
De transcriptie van de tekst wordt voortgezet onder de afbeelding.)

p. 1
Alsoo Mr. Adriaan van Bredehoff vrijheere
van Oosthuijsen en Etershem en Hoogschout
deses stadts, uijt den naam ende vanwegen
de hooge overigheijt de Heeren Staten van
Hollant ende Westvrieslant causerende
Jannetje Jans Slap geboren alhier, oud 24
a 25 jaren, getrouwt met eene Gerrit

p. 2
Reijndersch Vok, in dienst van den Oostindische
Compagnie naar Indie gevaren, tegenwoordigh
alhier gevangen.
Proponeert dat sij gevangene buijten pijn van
banden of ijser
heeft bekent, nu omtrent
ruijm twee jaren geleden uijt de kasse
tot Schellinkhout van eene Geertje, weduwe
Kielhout, terwijl deselve op een Sondagh ter
kerke was gegaan, heeft gestolen ruijm twintig
guldens aan gelt, waarop sij gevangene met
hetselve aanstonts naar hier sijnde vertrokken
en haar suster Geertje Jans Slap, een dagh of
drie daar nae dese diefstal sijnde gewaar
geworden en haar deselve hebbende opgestreden,
heeft sij gevangene die niet konnen ontken-
nen, en is soo door gemelde haar suster, op dat
dese sake niet weider rugbaar soude werden,
dat geldt aan gemelde weduwe Kielhout
weder vergoedet en gelijke somma gerestitueert,
dat ook sij gevangene bij eenen Gerrit Hermansz
Deder, toen bakker tot Schellinkhout als
dienstmaaght hebbende gewoont en nu als
schropster of werkster bij hem sijnde gebruijkt
geweest, terwijl hier in de stadt een bakkerije
hadde opgeset omtrent twee weeken voor
jongstleden Palm markt ten sijne huijse

p. 3
de kasse met een spijker heeft opgebroken, het
slot geforceerd en daar uijt gestoolen drie lakens
een hembt, eenige sloopen mitsgaders eenigh
geldt, gelijk sij gevangene nogh van die bakker
heeft gestolen drie guldens welke desselve
vrouw hadde verborgen in een ton op de solder om
een proeff te nemen wie de dievegge moghte sijn,
en soo de vorige diverije te konnen ontdekken
daar van sij gevangene dan werden overtuijght
heeft aangenomen, het linde reets hebbende
verkoght, het een en het ander te sullen vergoeden
en de luijden buijten schaede te sullen stellen
als daar toe soude sij in staat geraakt.
Over welke quade feijten en sleght comportement
haar gevangens mans moeder Grietje Gerrits
wel in overlegh en discours is gekomen met
desselvs suster Geertje Slap om haar gevangene
te confineren en in een verbeter huijs te doen
brengen tot voorkomingen van verdere onheijlen
en meerder quade gevolgen, welk overlegh of
discours van haar gevangens schoonmoeder haar
weder ter oore sijnde gekomen, alsmede om
dat deselve quam te ontfangen de huur van
seker huijsje of woninghje die sij gevangene
meijnde haar alleen toetekomen en te compen-
seren, heeft sij haar door soo groote haat
tegens deselve haar schoonmoeder opgevat,

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

p. 4
dat daar van sigh op de execrabelste wijse
heeft getraght te wreeken en voornemens is
geworden deselve door vergiff te doen omkomen,
ten welken eijnde rottekruijdt heeft vermengt
in meel en het selve op een tafelbort op een
bortje hebbende ter nedergeset, heeft sij gevange-
ne op haar vertrek staande naar Egmond-
Binnen daar te voren eenige tijdt bij ijmant
haar er vrienden was geweest, haar schoonmoeder
die ook eenige rauwe kruijssebesse hadde
gegeven, aangeraden meer als eens, dat meel
bij die kruijssebessen te doen, seggende moestje
daar staat wat meel in mijn keukentje op
een tafelbort op het bortje en daar leijdt een
stukje broodt, dat kunt ghij morgen in uw
kruijssebessen doen, dan hebt ghij de kost: het
welk Geertje Gerrits de schoonmoeder nae
dat sij gevangene vertrokken was, ook heeft
gedaan en met haar soon Hendrik Reijnderth.
eens nae sijn moeder die eenige tijt gantsch
swak was geweest komende sien, en te samen
van die kruijssebessen daar dat meel in hadde
gedaan een weijnigh hebbende gegeten, sijn
beijde tegens de avondt daar doodelijk benauwt
van geworden, dat tot in den morgen stondt
continuerende sijn immiddels door vehemente

p. 5
brakinge en afgangh gereddet, en het vergiff quijt
geworden, daarop Antje Jans huijsvrouw van
Hendrik Reijnderth voornoemt gehoort hebbende
dat haar mans moeder des naghts een swaare
bor hadde gehadt, ook naar deselve is komen
sien, hoe moghte varen ter welke occasie de
moeder nogh niets quaads vermoedende seijde
tegens gemelde Antje, kind daar staat nogh
een lesje kruijssebessen, ghij kund het wel mede
nemen, soo ghij het lust, want ik ben te
swak en lust geen eten, het welk sij Antje
hebbende gedaan en daar een weijnigh maar van
hebbende geproeft, is daarop ook aan het overgeven
geraakt, dat eghter nergens eenige suspicie
op hebbende, meijnde te sijn veroorsaakt door een
galsiekte, daar eenige tijdt mede gequelt was
geweest, waarom de overig kruijssebessen
uijt goede harte heeft gegeven aan eenen Catharina
Hendriks wonenende op de Hooge Vesting bij de
Oosterpoort alhier, die daarmede naar huijs
is gegaan en daar van op een bordetje aan sekere
vrouw Catharina Louris heeft gegeeven twee
lepels vol welke die naulijks hebbende
opgegeten, daarop ook soo doodelijk is benaut
geworden, als de andere gemelde personen, lopende
het water uijt haar mondt gantsch eijselijk
brakende soo dat door Catharina Hendriks

p. 6
te bedde is geholpen continuerende dese
brakinge en benautheijt tot diep in den avond,
eghter ook door die ontlastinge is gereddet gewor-
den uijt het gevaar des doots, en het fenijn mede
nogh is quijt geworden; dogh is Catharina
Hendriks die de rest van de meergemelde kruijsse
bessen hadde geconsumeert sonder deselve te
konnen weder overgeven seer erbarmelijk
kermende en over de vloer kruijpende daarvan
op den 27 Junij op een violente wijse gestorven;
welkers lighaam door de ordinarius deses
stads medecinale doctor en chirurgijn nevens
andere ervaren meesters sijnde gevisiteert
is bevonden de nagelen van de handen blau
te sijn en de buijk een weijnig opgeheven en
geopent sijnde den maagh in de grondt de
reghter openinge en eerste dunne darm als
mede de lever aan de sijde van de gal blau
geinfecteert, geënflameert en met een begin-
nende verstervinge beset te sijn, veroorsaakt
volgens haarlieden oordeel door het nuttigen
van eenige corrasive of vergiftige stoffen, sulke
dese vrouw nootsaakelijk hadde moeten
sterven, sijnde de andere inwendige deelen
gesont en wel gestelt; op welke Catharina

p. 7
Hendriks dan ook dat lot is gevallen, daar sij
gevangene beleijdt het eghter alleen gemunt hadde
gehadt op haare schoonmoeder Geertje Gerrits
met wie anders altoos in schijn van vrindschap
hadde geleeft en tegens welke om de twee boven
genoemde gevallen nu soo grouwelijke haat
hadde opgevat; sulket sij gevangene ook bekent
met voordaght en opset dit rottekruijdt in het
meel te hebben gedaan om daarmede haar mans
moeder van kant te helpen op wie sij het alleen
hadde aangeleght, niet denkende dat daar soo
veel menschen van souden eten of proeven maar
dat haar mans moertje out en swak sijnde
daar alleen van soude hebben gegetenen, soo ver-
volgens sonder eenige quade aghterdoght van
ijmandt soude sijn gestorven; dat haar moertje
haar vragende of voor haar vertrek nae Egmond
haar keukentje nogh eens soude willen schrobben
en sij gevangene geantwoort hebbende ja, het
moghte de laast maal wel wesen, toe niet
anders daghte of deselve haare mans moeder
soude door dit vergiftig meel des anderen
daags voor seker komen te sterven; beken-
nende sij gevangene verders, dat ijmant
haar er vrienden op Sondagh den 29 Junij
tot Alkmaar bij haar sijnde gekomen en haar

p. 8
't gepasseerde alhier hebbende verhaalt, hadde
gesegt, soo ghij geen schult hebt, gaat met mij
naar Hoorn, dogh dat sij gevangene daar eerst
toe schijnende genegen, eghter bewust van haare
schult weder naar Egmond was gekeert, daar
dan is geapprehendeert.
Het welke sijnde soo abominable stuk met
soo veel opset en voordaght van een schoondoghter
tegens haar schoonmoeder aangelegt om die
aan wien alle eerbiedt en kinderlijke plight
was verschuldight, door fenijn gevangen te doen
omkomen, waar door deselve niet alleen maar
soo veel andere in doods gevaar geraakt, ook
eene op soo grousame wijse is omgebraght
geworden, andere ter afschrik en spiegelen te
straffen.
Soo concludeert den Eijsch dat sij gevangene
sal werden gebraght daar men alhier gewoon is
te doen den executie van criminele justitie
om aan een paal geworght te werden dat daar
de doot op gevolge, dat ook het hooft van haare
doode lighaam gescheijden op een pinnen geset
en het lijk op een radt ter ordinaire gereghts-
plaatse buijten dese stadt sal worden gestelt
andere boosdoenders ten grouwele en voorbeelde,
dat ook haare goederen sullen werden gecon-

p. 9
fisqueert ten profijte van de hooge overigheijt
en sij mede gecondemneert in de kosten en misen
van justitie.

Uitspraak en vonnis
Soo ist 't, dat schepenen gehoord heb-
bende desen criminele eijsch en conclusie
door den Heere Hoogschout amptshalve
gedaan, mitsgaders de confessie van dese
gevangene, regt doende uijt name van
Haar Edele Groot Mogende de Heeren Staten
van Holland ende Westvriesland, de
selve gevangene gecondemneert hebben
en condemneren bij desen, met advis
van de Heeren Burgemeesteren deses
stads, gebragt te werden op het schavot
alhier voor den raadhuijse opgerigt, ende
aldaar aan een paal gestelt met de
koorde gewurgt te worden, dat er de
dood navolge; met confiscatie van
hare goederen, soo sij eenige heeft, ten
behoeve van de Hoge Overigheijd, na af-
treck der kosten van hare gevangenisse
en misen van justitie.
Aldus gesententieert bij alle de
Heeren Schepenen den 9 Julii 1727,
en is dese geëxecuteert den 14 dito.
Praesz. de Heeren Hoogschout, alle
de Burgermeesteren, behalve Opperdoes,
ende alle de Schepenen.

Woordverklaringen
abominabel - afschuwelijk, verfoeilijk
buiten pijn van banden of ijzer - zonder foltering
causeren - aanklagen, in rechte aanspreken
confineren - aanhouden, in hechtenis nemen
condemneren - veroordelen
confessie - bekentenis
discours - onderhoud, gesprek
geënflameert - ontstoken
misen - gerechtskosten
proponeren - voorstellen
sententie - vonnis

Bron
Westfries Archief, Hoorn
Toegangsnummer 0003
Oud-rechterlijke en weeskamer archieven
Gewone rechtspraak
Hoorn
Sententiën, 1454-1811
inv. nr. 4519

Transcriptie gemaakt door Frans Kwaad,
27 mei 2011