Nu recent weer de discussie is opgelaaid omtrent de daden van Jan Pieterszoon Coen wordt het tijd
om deze telkens oplaaiende discussie in het juiste perspectief te plaatsen. Op deze plaats in het
webarchief van Oud Hoorn is nu een serie documenten geplaatst die goed weergeeft hoe in de laatste
meer dan honderd jaar deze discussie gevoerd is.
De basis van deze documentatie is het knipselarchief van de oprichter van het Vondelmuseum dat dertig
jaar geleden in een Amsterdams antiquariaat opdook. Deze knipsels uit de landelijke pers beschrijven
de totstandkoming van het standbeeld dat op 20 mei 1893 op de Roode Steen werd onthuld.
Het betreft knipsels uit het Algemeen Handelsblad, Nieuwe Rotterdamsche Courant, Weekblad de Tribune,
Nieuws van den Dag, De Telegraaf, Bijdragen tot de taal- land- en volkenkunde van Nederlandsch Indië,
Eigen Haard, de Amsterdammer en verder de feestprogramma's van die dagen zoals georganiseerd door de
Vereeniging voor Volksvermaken te Hoorn, de Hoornsche Harddraverij-Vereeniging en de Rederijkerskamer
‘West-Frisia’.
Ook al in de tijd voor de oprichting van de diverse Coen-comitees werd dezelfde discussie van vandaag
al gevoerd. In de verslaggeving van de onthulling van het beeld werden alle argumenten van vandaag ook
al aangevoerd. Maar ook in de jaren daarna bleven dezelfde zaken steeds opspelen:
1929 sterfdag van Coen op 21 september, het Algemeen Handelsblad herhaalt alle argumenten
op een afgewogen manier
1937 350 jaar na de geboorte van Coen, er wordt zelfs een herdenkingspenning geslagen
van 6 cm doorsnee en 74 gram brons met als tekst: ‘Jan Pieterszoon Coen · grondvester van
nederlands gezag in ned indie’
Rede ter herdenking van den 350sten geboortedag van Jan Pietersz. Coen, uitgesproken te Hoorn den lsten Februari 1937 door Dr. H. Colijn.
Rede Dr. H.Colijn(PDF)
1982 in juni werd een vragenlijst in de J.P. Coenstraat verspreid met een tendentieuze
vragenlijst. Nooit meer iets van vernomen.
1987 zomertentoonstelling ‘Jan Pieterszoon Coen, dagen en daden in dienst van
de VOC’ in het Westfries Museum. Bij de opening door prins Claus werd gedemonstreerd door enkele
Molukkers. Een van de krantekoppen uit die tijd ‘Jan Pieterszoon Coen brengt gemoederen nog
altijd in beweging’ maar ook een tussenkop als ‘Het verging Coen als elke markante historische
figuur: de nazaten zien in hem wat in hun kraam te pas komt’.
Dit laatste citaat is -denk ik- hoe we ook de huidige discussie kunnen zien.
Harm Stumpel