De stad had in 1396 van graaf Albrecht het recht verworven haar eigen klerk en schoolmeester te
benoemen. Toen Philips de Schoone in 1495 poogde die aanstelling aan zich te trekken, verzette het
stadsbestuur zich tegen die aanranding van zijn privilegiën en bereikte het, dat het Hof van Holland
den ouden toestand handhaafde. 1
De scholieren betaalden schoolgeld en het personeel trok hieruit zijn inkomsten. Als ze te kort kwamen,
de onderwijzers, vulde de stad het ontbrekende aan. 2 In 1497 schonk de stad den schoolmeester
een „tabbert”. 3
Tot nog toe is verzuimd te wijzen op het groote belang, dat de Hoornsche poorters, die tevens grondbezitters
waren, hadden bij den goeden staat van het dijkwezen in Noord-Holland. In het begin van de 15e eeuw waren
eenige nieuwe dijken opgeworpen. In 1403 kregen de bewoners van Hoorn van graaf Albrecht privileges,
als belooning voor de hulp, bewezen bij den bouw van den dijk om den Purmer, waar zij veel landerijen
bezaten. 4 In Floriskoog, een polder vlak bij Hoorn gelegen, had de schout op verzoek van
de ingezetenen drie gezworenen aangewezen, die vonnis velden en de andere plichten van schepenen
vervulden. 5 In 1412 gaf Willem VI aan die van Hoorn, welke in de ban van „Westerblokker”
geland waren het recht vijf raadslieden te kiezen die met den schout den „uitterdijk”
schouwden. 6
In 1424 spreekt Jan van Beieren zijn goedkeuring uit over het gedrag der Hoornschen, daar zij voor het
herstel van den Huygendijk, tusschen Schermer en Heer-Hugowaard meer gedaan hadden dan hun plicht
was. 7
In hetzelfde jaar gaf hij Hoorn in erfpacht de sluizen tusschen Hoorn en Schellinkhout, wat voor de
visschers van belang was, daar op die plekken de meeste visch gevangen werd. In 1434 kregen de inwoners
van Zwaag de sluis van Zwaag in pacht. 8
Dat de dijken geregeld geïnspecteerd moesten worden, blijkt uit keurboeken en
rekeningboeken. 8 Volgens een recht door Graaf Jan I in 1299 verleend, werden schout
en schepenen daarmee belast, 9 later versterkt door z.g.n. vredemakers uit elk der tot …