Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Hoorn in de Middeleeuwen

Vierde hoofdstuk: Verval (± 1477 - ± 1494)

Pagina 98

Het kleinbedrijf heeft 732 stuks of 31,6 %. gemiddeld 2 à 3 per boer; het middenbedrijf 1512 stuks of 65,1 %. gemiddeld 8 à 9 per boer en het grootbedrijf 72 stuks of 3,3 % en gemiddeld 18 per boer.

Naast de 701 personen die landbezit opgaven, bleken er maar 466 te zijn, die er een veestapel op nahielden; hieruit volgt, dat tal van lieden land verhuurden zonder veeteelt uit te oefenen, want landbouw in den eigenlijken zin werd zoo goed als niet beoefend. 1

De aangiften van 1490 en 1491, die voor het overzicht bijeengevoegd zijn, bevatten de namen van 211 personen (52 van 1490); de rest der opgaven is blijkbaar verloren gegaan. Van deze lieden beoefenden respectievelijk 109 en 49 het boerenbedrijf.

Het gemiddeld landbezit van het kleinbedrijf in 1491 is ruim 3 m. p. p. of 28,8 % van het geheel, van het middenbedrijf ± 10 m. of 63,6 % van het geheel, van het grootbedrijf 17 m. of 7,6 %.

De veestapel bedraagt in dat jaar voor het kleinbedrijf 2 à 3 stuks, voor het middenbedrijf 8 à 9 stuks, grootbedrijf is er niet. Ook hier blijkt weer, dat verhuring van grond een bron van inkomsten was, want van de 158 landbezitters zijn er 103 met een veestapel.

Evenals het kohier van 1478 bevatten ook deze poortersopgaven enkele achternamen, die we wel als plaats van herkomst der poorters mogen beschouwen.
Zoo wordt genoemd:

Avenhoern
Spanbroek
Zwaghedijc
Spierdijc
Oudendijc
Goren
Nubixwoude
Groesthuysen
Opmeer
Beets
Hauerden
Berchout
Leeck
Oesthusen
Winckel
16
1
1
4
6
8
12
3
1
8
14
21
4
1
1
maal
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"
"

 

1 Enqueste 1494.