Jaar van aankoop 1919.
Bij akte van 21-1-1919 is Bierkade 10 ten overstaan van notaris F.L.
Booij overgedragen aan de Stichting Monumenten Oud Hoorn.
Het betreft een huis, erf en steeg (de Knipboogsteeg), kadastraal A 3256,
groot 79 ca. Het pand wordt op 27-04-1965 op de rijksmonumentenlijst geplaatst.
De haven is uit 1420. Toen in 1558 een gracht gegraven werd langs de Korenmarkt ontstond een schiereiland genaamd Venidse (zie ook de kaart van Blaeu van 1649). In de 17e eeuw veranderde de naam voor een deel van de kade in Bierkade. Ook wel Bierkaai of Biersluis genoemd. De schilder F. Springer schilderde in 1879 een schilderij in olieverf van de Bierkaai.
Dit bescheiden woonhuis met zijn Anton Pieckachtige uitstraling stamt uit de 17e eeuw. Men denkt dat het huis een trapgevel heeft gehad. Maar zeker is dat niet. Waar nu de garage van het buurhuis tegen het pand aanleunt, stond vroeger een identiek huisje dat later tot de eerste verdieping is afgebroken en daarna met een schuin dak is afgedekt.
Bierkade 10 heeft een goedbewaarde houten pui en 18e eeuwse
glasroeden tussen de gesneden consoles.
Een tweedelige houten regenpijp domineert het frontaanzicht. Op oude
foto's ziet men de regenpijp inpandig gaan om daar af te wateren in een
regenbak. Dit is later veranderd, maar de regenpijp heeft zijn
karakteristieke vorm behouden.
In 1979 beschrijft Albert de Graaf het pand aldus:
Zo lopende over de Bierkade langs de oudst gegraven haven van de stad ziet u een mooie gevelrij, gerestaureerde pakhuizen, moderne kaaspakhuizen en daar tussenin een klein burgerwoonhuis uit de 17e eeuw. De puibalk draagt een eenvoudige bakstenen gevel, waarvan de trappen zijn verdwenen en de luifel vermoedelijk ook. Tussen de consoles bevinden zich 18e eeuwse glasroeden. De verdieping is aangeduid door bakstenen waterlijsten. Bovenin een drielicht kozijn en een vlieringluikje met ontlastingsboog. Gaan we binnen dan is het oude interieur vooral wat de indeling betreft nog geheel aanwezig. We zien een 18e eeuwse tegelschouw en mooi schotwerk.
Uit een opmeting van 1974 blijkt het volgende. De begane grond heeft een hal met een houten laddertrap, een vloer van Naamse platen en een deur met ruitjes naar de woonkamer. Er is een zijkamer met een 18e eeuws raam. De woonkamer heeft een bedsteewandkast zonder deuren en een betimmerde 18e eeuwse schouw. De keuken heeft een geheel betegelde schouw met een 18e eeuws tableau. De verdieping heeft een vloer van grenen delen.
Bekijk interieurfoto's uit 2004
In 1830 had het pand kadasternummer A 1023. Het pand wordt als woonhuis gebruikt.
Pieter Jansz Blaauw.
Jan Hermansz Schagen baasmetselaar koopt het huis voor fl. 25,--.
Reinier Pereboom verkoopt de boedel van Hermansz Schagen en Neeltje van Zuylen.
Evert Theunisz. koopt het pand en gaat er wonen met zijn vrouw Engeltje Gerrits de Brooij. Hij koopt het pand voor fl. 20,--
Christiaan Mak koopt het huis voor fl. 103,--. Bij zijn overlijden komt zijn minderjarige dochter onder de hoede van de armenzorg.
De armenzorg verkoopt het huis voor de prijs van fl. 321,-- aan Klaas Otten, die het aanschafte voor het Kaaskopersknechtsbos (een soort sociaalfonds).
Samuel Verwijs, bakker in Hoorn koopt het pand. Kosten fl. 245,--.
Christiaan Naber, veehouder koopt het pand zonder steeg.
De zoon van Christiaan, Christoffel wordt de nieuwe eigenaar.
Aris Emenée, visserman, koopt het pand voor fl. 330,--.
Mozes Hartog Deen, handelaar in onroerend goed, koopt het pand.
Hendrik Jacob Schottee de Vries, kaashandelaar en gemeenteraadslid, koopt het pand
Vereniging Oud Hoorn wordt eigenaar. Inmiddels is het in 1903 weer een pand met erf en steeg geworden.
Tot aan het eind van de 19e eeuw zijn de bewoners moeilijk te traceren. Door de in die tijd wisselende bronnen is er weinig informatie.
Jan Hermansz Schagen is eigenaar en woont er met zijn vrouw.
Eigenaar Evert Teunisz. gaat er wonen met zijn vrouw.
Het kaaskopersknechtbos gebruikt het pand als verenigingslokaal.
Mozes Hartog Deen woont er met zijn vrouw en inwonende nicht.
Jacob Mozes Polak, koopman vestigt zich er bij zijn huwelijk in 1909 en woont er tot 1920
Vereniging Oud Hoorn wordt de nieuwe eigenaar.
Het pand bevindt zich in een troosteloze staat.
De huur is op dit moment fl. 1,00 per week en restauratie is
hard nodig. Men besluit de huur na de restauratie te
verhogen.
In 1926 wordt het pand getroffen door een zware storm. De
schade is groot. Dit is een financiële tegenvaller voor de
vereniging. De leden van de vereniging ondernemen een
steunactie voor de benodigde restauratie. Het pand is in 1927 weer goed bewoonbaar.
De nieuwe huurder is Andries de Waal; huurkosten fl.3,-- per week. Inmiddels is er weer een restauratieplan opgesteld.
Het pand is leeg en de nodige herstellingen kunnen worden uitgevoerd. Zo komt er een wc met portaal, kosten fl. 225,--.
Het huis wordt verhuurd aan de familie Droste. Mevrouw Droste woont er tot zij in 1978 vertrekt naar een bejaardenwoning aan het West.
Opnieuw wordt er een restauratieplan opgemaakt onder leiding van de heer Y.J. Hangelbroek (bestuurslid Oud Hoorn).
De kap en de bovenverdieping worden flink onder handen genomen.
Na vernieuwing van de kademuur is er schade ontstaan aan het pand. Na deze restauratie volgen in de jaren daarna nog kleine restauraties en aanpassingen. Er wordt centrale verwarming aangelegd en zo wordt het pand aangepast aan de eisen van de hedendaagse tijd en kunnen volgende huurders met veel plezier dit pand blijven bewonen.
Met recht kan worden gezegd dat de inspanningen van de heer Kerkmeijer om een stukje schoonheid van Hoorn veilig te stellen met de aanschaf van dit pand een succes is gebleken.