Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Nederlands Hervormde Kerk van Westerblokker

Ligging kerkterrein ten opzichte van zijn omgeving

Tot 1824 zijn er ons geen kaarten op voldoende grote schaal voor handen, die een duidelijk inzicht verschaffen in de ligging of de relatie van de kerk met zijn directe omgeving. Slechts een opmetingskaart van de “Landen van Claes Elis”, die aan de noordzijde van het kerkerf grenzen. Deze vormt een deelkaart van het “Caertboek toecomende de Huyssittende Armen deser Stede Hoorn, so die gemeten syn Ao. 1603 door Bartelmieus Simons, landmeter bij den Hoof van Hollant geadmitteert”. Deze eenvoudige kaart geeft enigszins de vorm weer van het kerkgebouw en toestand van het kerkterrein ten opzichte van zijn direkte omgeving. Hieruit blijkt o.a., dat het kerkterrein nog niet geheel omgeven is door waterlopen. Het Unjerpad, de huidige Kolenbergstraat, is ook aangegeven.
Eerst de kadasterkaart van 1824 door C. van Diggelen op een nu zeer ongebruikelijke schaal van 1:2800 getekend, verschaft ons een duidelijk inzicht in de situatie van omtrent die tijd. Hieruit blijkt o.a., dat de kerk, en zeer waarschijnlijk reeds lang daarvoor, maar niet vóór 1603 dus geheel omgeven was door waterlopen en het terrein in feite dus een eiland vormde.

De kadastrale kaart van C. van Diggelen.
De kadastrale kaart van C. van Diggelen.

De kaart geeft ten noord-oosten even buiten het terrein op de huidige hoek van de Koppestraat met het oostelijk van de kerk liggende tot 1957 doodlopende pad de toen bestaande kosters-onderwijzerswoning aan. Dit huis is eind jaren vijftig van de vorige eeuw gesloopt. Nagenoeg op de dezelfde plek staat nu het huis Koppestraat 2. De onderwijzer is in 1881 verhuisd naar de in dat jaar gebouwde onderwijzerswoning annex school op de westelijke hoek van de Kolenbergstraat met de Westerblokker.
De laatste bestemming van deze panden was de nering van het café “Het Wapen van Blokker”, waar in 1986 de rode haan een einde aan maakte. Spoedig daarna zijn de restanten daarvan gesloopt.
Ook duidelijk herkenbaar is het overpad als voetgangersverbinding, dat over het terrein van de kerk vanaf de ingang van het terrein aan de “straatweg” (in 1662 verhard) leidde naar de noord-westelijke hoek van het terrein daar het Unjerpad begint ofwel doodliep op de grens van het kerkterrein.
Doordat het Unjerpad doodliep op het kerkterrein en overging in een eenvoudig voetgangers(over-)paadje over het kerkterrein naar de straatweg was de verbinding door middel van rijverkeer over het Unjerpad, voorzover dat pad zelf daartoe reeds geschikt was, tussen het achterland de Bangert/Koewijzend met de straatweg in het dorp, niet mogelijk. Het vervoer van personen en tuinbouwgewassen tussen Bangert/Koewijzend vond dan ook hoofdzakelijk per schuit plaats via de sloot westelijk liggende langs het Unjerpad. Zelfs de doden werden op deze wijze naar kerk en kerkhof vervoerd.
Om aan te meren was er “de stoep” voor de toren. Om de verbinding ook geschikt te maken voor rijverkeer werd door de burgerlijke gemeente een nieuw aansluitpunt op de straatweg onder vermijding van de kronkelige overpadpassage over het kerkhof beoogd. Volgens een overeenkomst tussen de gemeente en kerk van 1 februari 1882 heeft de gemeente “de” rooster (ongeveer als een veerooster) en de daaronder liggende pijp (bakstenen duiker) ter plaatse van de huidige toegang tot de kerkhof afgestaan aan de kerk.

Vroegere situering en kerkterrein.
Vroegere situering en kerkterrein.

Vervolgens heeft de gemeente op haar kosten het dempen van de sloot langs de straatweg vanaf de genoemde toegang tot de plek waar de Unjersloot op de straatweg uitkomt op zich genomen. Onderstaande foto toont geeft de toestand van 1937 weer van het bedoelde gedempte gedeelte tussen de kerkhoftoegang en de hoekwoning Westerblokker/Kolenbergstraat; het gedeelte van de sloot rechts van de pijp is nog open en is pas in 1956 gedempt.

De sloot rechts van de pijp of duiker onder door het toegangspad voor het hek is in 1956 nog niet gedempt. (RCE).
De sloot rechts van de pijp of duiker onder door het toegangspad voor het hek is in 1956 nog niet gedempt. (RCE).

De gemeente nam ook een strook van het kerkterrein in beheer van 4 meter breed ten oosten van de westelijke (Unjer-)sloot tegen een jaarlijkse erfpachtsom van ƒ 15,-. “Voorts zal de gemeente een nieuwe pijp aanleggen ter plaatse van het aansluitingspunt van de Unjersloot met de dan nog westwaarts lopende sloot langs de straatweg, alsmede een pijp maken tussen het nieuwe padgedeelte en het bestaande Unjerpad (terplaatse dus waar het bestaande Unjerpad doodliep op de grens van het kerkhof)”.
Op een onbekend later tijdstip is deze duiker vervangen door een bruggetje, “De Witte Brug”, wegens zijn witgeschilderde gietijzeren leuningen. Kort daarna is het bruggetje wegens de aanleg van de Koppestraat en de dorpsuitbreiding in ±1957/59 daarachter gesloopt. Toch blijkt de nieuwe verbinding nog steeds als overpad te fungeren, aangezien “dit overpad niet met rijtuigen zal mogen worden gebruikt zonder overeenkomst met meergenoemd kerkbestuur en zal de gemeente Blokker voor afsluiting van de voor het nieuw te maken pad naar het Unjer aan …(niet leesbaar) en zal het kerkbestuur in eens vijftig gulden ontvangen zonder meer”. En verder de afsluiting van den weg blijft ieder voor de zijnde doen”. Uit het laatste zou kunnen worden afgeleid, dat er sprake zou kunnen zijn geweest van een afsluitbare weg door middel van een hek en dat de weg dus nog niet zonder meer openbaar zou zijn geweest. In een vergadering van 13 november 1882 werd besloten ook nog de iepen langs de oostzijde van de Unjersloot te vervangen door kastanjes.

De “witte brug” en rechts de kastanjes en Unjersloot richting Westerblokker gezien.
De “witte brug” en rechts de kastanjes en Unjersloot richting Westerblokker gezien.

Deze kastanjes zijn nog te zien op de door P. Nooteboom in 1953 genomen onderstaande foto rechts over de “witte brug” met rechts daarvan de nieuw aangelegde verharding op de gedempte Unjersloot en de voormalige onderwijzerswoning annex school, later nog het “Wapen van Blokker”.

Toestand na sloop van witte brug en demping Unjersloot.
Toestand na sloop van witte brug en demping Unjersloot.

Toen kreeg ook de Kolenbergstraat daar ongeveer zijn huidige breedte. De kastanjes zijn geveld gelijktijdig met de sloop van de brug in 1957.
De sloten, die oostelijk en noordelijk van de kerk liepen zijn eveneens in 1957 gedempt. Door inklinking is het tracé nog herkenbaar. Tevens werd in datzelfde jaar het doodlopende pad aan de oostzijde van het terrein doorgetrokken naar de nieuw aangelegde Wagenaarstraat.

Slotopmerking
Deze link geeft, in verkorte vorm, de website-bewerking van alleen de “Bouwkundige Geschiedenis” als deel I van het volledige artikel “Nederlands Hervormde Kerk Westerblokker” eerder verschenen in het jaarboek 2005 van de Historische Vereniging Blokker. Aangezien de inhoud van deel II, “Uit de geschiedenis van de Hervormde Kerkelijke Gemeente” vooral de wederwaardigheden en lotgevallen van het kerkelijk gemeentelijk leven ervan verhaalt, is de behandeling van deel II hier minder opportuun geacht en daardoor ook ter behandeling in deze link achterwege gelaten.

 

Fotografie: Waar niets genoemd:
L. Bonte,
H. Overbeek.

Bronnen/Literatuur:
Archieven Ned. Herv. Gemeente van Ooster- en Westerblokker,
Streekarchief Oostelijk Westfriesland - Hoorn,
Archief Historische Vereniging Blokker,
Rijksdienst Cultureel Erfgoed (v/h RDMZ) - Amersfoort,
Rijksarchief Noord Holland-Haarlem,
De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, H. van den Berg - 1955,
De Oudste Kerken van Holland, Elisabeth den Hartog - 2002,
West-Friese Kerken in de Middeleeuwen - Doctoraalscr. Kunstgesch., A.A.M. Oud -1990,
Noord-Hollands Arcadia, Claes Bruin - 1732,
Caertenboek Huyssittende Armen Hoorn,
Uren - Artikelen over West-Friesland,
Fotografische vastlegging ex- en interieur, bouwtechnieken en -sporen, Bureau Erfgoed Gemeente Hoorn - 1999,
Orgels van Noord-Holland, J.P.H. van der Knaap - 2001,
Blokker in oude ansichten,
Dekselse graven - Noord Nederlandse grafsculptuur in de 11e en 12e eeuw, Christine Waslander - 1991,
Sarcofaagdeksels St. Pancratiuskerk Oosterblokker. Opmetingsverslag, J. Heinsbroek - 2000,
Stads- en Dorpskerken, H. Janse - 1969.

H. Overbeek - Blokker 2013.