30-06-2023
De historische binnenstad van Hoorn vertegenwoordigt een levendig palet aan bouwstijlen. Tussen trapgevels uit de Gouden Eeuw en statige herenhuizen uit de 18e eeuw zien we hier en daar een speelse noot uit een jongere bouwperiode.
Halverwege de 19e eeuw werd er na een periode van verval weer meer gebouwd en de interesse voor architectuur nam toe. Belangstellenden vonden inspiratie in boeken en tijdschriften over architectuur en de overheid schreef prijsvragen uit voor de mooiste ontwerpen. Hoornse jongens die in de bouw wilden werken, kregen les in bouwkundig tekenen op de stadstekenschool.
Timmermanszoon Adrianus Bleijs bleek een groot talent. Hij studeerde architectuur aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen en slaagde als beste. Al op 22-jarige leeftijd ontwierp hij Villa Alewijn aan het Grote Oost. De Koepelkerk aan het Grote Noord wordt beschouwd als zijn voorstudie van de Nicolaaskerk in Amsterdam. In de ontwerpen van Bleijs herkennen we alle gangbare bouwstijlen uit die tijd; neogotiek, neorenaissance of het eclecticisme.
Rond 1900 ontstond er een écht nieuwe bouwstijl die de ‘nieuwe kunst’ werd genoemd, parallel aan de Duitse jugendstil of het Franse art nouveau. Architect Johannes van Reijendam combineerde florale motieven en vloeiende lijnen met elementen uit de chaletstijl. In de Hoornse binnenstad verschenen gevels in een mix van oranje- en geelgekleurde baksteen met asymmetrisch geplaatste houten balkonnetjes, dakkapellen en torentjes. Dat je ook zonder hoogstaande studie van monumentale waarde kon zijn, bewees architect Piet Snel. Zijn ontwerp aan de Kerkstraat 13-15 draagt in grote mate bij aan een pittoreske uitstraling van de binnenstad.
De wandeling Speelse Gevels start vrijdagavond 30 juni om 19.30 uur vanaf de Roode Steen. Deelname is gratis.
Rechts: Ontwerp uit 1900 van architect Johannes van Reijendam.
Boven: Ontwerp uit 1901 van architect Piet Snel.