Meer dan een eeuw actief voor Hoorns erfgoed

Het Timmermans-Gildehuisje te Hoorn (4)

Men maakte een nieuwe gevel, die over de gehele hoogte één steen dik was. Daardoor was het mogelijk de muurstijlen en de korbelen in de gildekamer aan die zijde te laten vervallen. Er kwam een nieuwe kleinere schoorsteenboezem in Louis-XVI-vormen. In het midden werd een schildering op doek aangebracht, voorstellende de heilige Josef met de heilige Familie op vlucht naar Egypte. Daar omheen zijn de namen en wapenschilden van de volgende voogden van het gilde aangebracht: J. Janssen, G. J. Oortgisen, J. Rooseboom, J. Berkhout, B. Brouwer, P. Swaan, C. Steelties, G. T. Oortgisen en S. Visser. Het zal de aandachtige lezer opvallen, dat enkele van deze namen ook in de vermelde rekeningen voorkomen. Ter weerszijden van het primitief geschilderde stuk is een pilaster met een laurierblad-guirlande; erboven een strikje, dat zo kenmerkend is voor de Louis-XVI stijl; eronder twee gekruiste eiketakjes, gesneden in het eikehout, waaruit de boezembetimmering bestaat.

Afbeelding, bladzijde 113

Boven de schoorsteenboezem werd een plank tegen de raveelbalk aangebracht, waarop in sierlijke letters het volgende rijm werd geschilderd:

Toen men hier mogt dien tijd beleven,
Dat wij Seventien Hondert schreven,
En noch 't Negentig Jaar,
Zijnde Voogden met malkaar,
In drie maal drie, te zaam gekomen
En hebben een besluit genomen,
Om deese Mantel, die hier Staat,
't Schilderstuk met dit Cieraat,
't Geen ook den Luister doet vermeeren,
Aan Josephs Kamer, te verëeren,
Jehova, bewaar dees Stee,
En geef onderlinge Vree,
Op dat Liefde en Eendracht woonen
Bij Hun, die Voogden, hier vertoonen,
Dat zij met een Goe gewis,
't Gild Bestier dat Cieraad is;

Jakob, Jansen; Fecit 1790