In het jaar 1700, op 22 mei, wordt het vierkant, en volgens Van Akerlaken ook de keuken en een deel van het oude
gebouw, voor een groot deel door brand verwoest. Direct daarna werd met de herstelwerkzaamheden begonnen. Bij de
restauratie zijn op enkele plaatsen nog de brandsporen teruggevonden. Tevens ontdekten we in de zaal op de verdieping
van de oostelijke vleugel tegen de zoldervloer in drie balkvakken een gedeeltelijke beschildering uit het begin van de
18e eeuw. Deze was echter te vaag om er iets van te kunnen herkennen en is nu weer achter een plafond weggewerkt.
De achttiende eeuw kenmerkt zich ook hier als de tijd, waarin weinig nieuwbouw en uitbreiding plaats vond. Des te
groter in aantal waren de verbouwingen en verfraaiingen die aan en in de verschillende bouwdelen werden aangebracht.
Deels hielden deze verband met het uitbreiden van de bestaande capaciteit om de nog steeds slechte kaspositie van het
hof enigermate te verbeteren. Uit de archieven is een aantal gegevens hierover bekend, maar bij de gegevens in de
rekeningboeken wordt zelden nauwkeurig vermeld voor welke werkzaamheden men de bedoelde uitgaaf heeft gedaan. Van
andere werkzaamheden treffen we echter bestekken en omschrijvingen aan en kan daardoor worden nagegaan wat de kosten
zijn geweest en wie een bepaald werk heeft uitgevoerd.
In 1720, op 4 november, kregen de regenten toestemming om de binnenmoederskamer, al vele jaren buiten gebruik zijnde,
te verbouwen tot drie woningen. Van deze verbouwing, die geschat werd op 700 à 800 gulden; is ook het bestek aanwezig.
Daar volgens dit bestek deze woningen identiek werden gebouwd aan de al bestaande, is het mede door latere verbouwingen
van de stookplaatsen, niet gelukt de voormalige binnenmoederskamer te localiseren. Ze lag ergens op de begane grond,
want:
sal den aannemer make onder ider beste een samente kelder diep onder de laninge 5½ voet) ter wijte van de bestede
met een stene trapje in de kelder te gaan. En ook: ... de bestede de optreed hoogh uyt de vloer twee voet met
een gesnede stuck om light in de kelder.
Tekening C. Pronk 1727
Veel komen we bij de oude bouwwerken secondaire materiaaltoepassingen tegen; ook in dit bestekje:
Dese drie huysjes te bevloere met de ouwe steene die tegenwoordigh in de ouwe vloer ligge met een gladde kant omtjer
/ voors alles wel en dight te belegge met een steentje op de vloer neer (= plint) van de ouwe afgebrooke die goet sijn
/ voors alles wel rape en playstere soo 't behoort na den eijs van t werck.
Op 24 januari 1728 wordt aan Claas Roelant en Jan Berkhout betaald voor het maken van de bestekken van het hek voor
het bleekveld 12 gulden en op 24 april van dat jaar aan Gerrit Hogeboom voor het maken van dit hek 250 gulden. Volgens
het van deze werkzaamheden ook aangetroffen bestek: tot het maake van een niuw houte heck om het bleeckvelt voor t
Sintepieters Hof, gaat het hier om het bleekveld aan de voorkant, dus aan de kant van de Turfhaven. Op de tekening
van Pronk is het oude hek, dat toen werd afgebroken nog juist te zien. Het hek is samengesteld uit een zware eiken
gronddeel van 4 bij 11 duim waarop in totaal 19 eiken palen, 4 bij 4 duim, hoog boven de grond 5½ voet. Over de palen
een eiken bovenregel en ertussen regels, waarboven de aannemer: ... t traaliewerck moete rondt sehaaven van goede
greene ruyf latte sonder spindt of quade quaste of warigesteede.
Tekening C. Pronk
Tussen de gronddeel en de tussenregel: ... de begazinge met lasse van 10 a 12 duym over malkandere.
Uit het rekeningenboek nemen we ook het volgende over:
23 Octorber 1734: | Aan Nanningh van Zuylen voor kalk en steen tot de nieuwe wal bij d Overtoom volg: rek. aan Jan Schagen metselaar volg. rek. |
241.12.- 55.-.- |
13 Juni 1739: |
werd een nieuwe waskeuken gemaakt door Jan Berkhout en Jan Schagen voor |
817.-.- |
Deze keuken werd gezet naast een reeds bestaande kookkeuken (de latere soepkokerij ) ten noorden van het vierkant. |
||
9 October 1741: |
voor 't maken van een nieuwe muer in de Mostertsteegh en 't verlegge vant slegje, waarbij kosten voor de roijmeesters en steen bickers |
113.10.- |
2 juni 1742 |
Aan de schilder Antony Hengstenburgh voor t schoonmaken en vernissen van de schilderijen inde zaalen |
39.2.- |
31 Aug 1743 en 23 Oct. |
Nieuwe regenwatersback, de oude gesloopt; beloopt totaal ongeveer inclusief loode pijpe en een pomp en samen met een verbouwing in de kookkeuken |
1700.-.- |
11 Juli 1744 |
aan Simon Ridemaker voor 2 ysere platen op de reg: camer |
31.17.8 |