POLITIEKE VERWIKKELINGEN
Door de vertegenwoordiging in,de Staten van Holland had de regering van
de stad zich te verdiepen in zaken net gemeenebest betreffende, ja zelfs
zich in te laten over de Europese politiek van de Zeven Provinciën.
De positie van de toenmalige stadsbestuurders was niet bepaald
benijdenswaard. Machtiger dan de gemeentebestuurders van onze tijd waren
zij wel. Zij speelden een rol in het nationale leven en hadden grote
belangen te behartigen i.v.m. de positie, welke Hoorn toentertijd innam.
Zij hadden op te komen voor de handel en de scheepvaart, wanneer die in
hun ontplooiing werden belemmerd; hetzij in de landen om de Oostzee,
hetzij tegen vijanden meer in de nabijheid, zoals aan het einde der
middeleeuwen. Men droeg verantwoordelijkheden, die men thans stellig
niet zou ambiëren. De stad moest in staat van verdediging zijn en
daarvoor legde men verdedigingswerken aan. Maar men moest meermalen
buiten de bestaande schutterij vreemd volk in dienst nemen en voor de
nodige bewapening zorg dragen. Maar niet alleen had de regering de stad
te verdedigen, ook de belangen ter zee eisten de aandacht. De magistraat
had daarom een aantal oorlogsschepen in dienst. Er was zelfs een
vermaard oorlogsschip, de 'Baerdze van Hoorn', reeds genoemd bij
de intocht van Karel de Stoute in Hoorn en later weer vermeld om Philips
van Bourgondië, bisschop van Utrecht, te convoyeren over de Zuiderzee.
In 1572 werd van de stads regering gevraagd een beslissing te nemen of
men al dan niet de zijde van de prins zou kiezen. Een zware beslissing,
die uiteindelijk - maar niet zonder druk van de bevolking - ten gunste
van het eigen land uitviel. Maar men had óók de moed om Hoorn te doen
vertegenwoordigen op de eerste vrije Statenvergadering in Dordrecht.
Intern waren er vele moeilijkheden tussen burgerij en overheid, die - 't
is de overheid eigen - vaak maatregelen moest nemen, die men op zijn
minst minder sympathiek vond. Er waren dan ook momenten, waarop schout
en schepenen, burgemeesteren en vroedschap met geweld werden bedreigd;
zo in 1447 toen er een belastingoproer was en in 1470, toen men te hoop
liep i.v.m. de verhoging van de accijnsen op het bier; noodzakelijk
geworden door de kostbare oorlogspolitiek van Karel de Stoute.
Wel had men moeite gedaan om vermindering van schatting te krijgen. Want
anders dan nu kende de financiële verhouding tussen de centrale
overheid en de stad een stroom, gaande van de stad naar de graaf. En
zoals men nu tracht zoveel mogelijk toebedeeld te krijgen uit de
generale belastingen deed men toen zijn best zo min mogelijk af te
staan. In wezen is er niet zoveel verschil. Wel merkwaardig is een
mededeling van Velius, dat een deputatie uit Den Haag 'van onze
Heeren treffelijk onthaelt en ook vereert werden, op hope van een
aengenaem rapport': een taktiek, die thans - zo zij al bestaat - wat
meer verhuld zou worden.
In 1618 had de stedelijke regering een moeilijke tijd in de strijd
tussen de Remonstranten en Contra-Remonstranten; tussen de
raadpensionaris Van Oldenbarnevelt en prins Maurits, door deze laatste
gewonnen, waarbij de prins zelf te Hoorn kwam om 'de wet te
verzetten'; ondanks het beroep dat men deed op de privileges, van de
stad, dus ook op het privilege van 1357 .
Aanvankelijk wilde men de prins beletten met groot gevolg binnen de stad
te komen, maar uiteindelijk wist de prins door te zetten en tegen de
weifelingen van burgemeesteren en vroedschap in haalde hij meer
krijgsvolk in de stad.Hij zette de regerende magistraten af en wees
anderen aan. Maar de rust in de stad was daarmee niet teruggekeerd.
Er waren ook conflicten met andere steden en met de dorpen. De
Noorderkoggen wilden een aantal molens verzetten, maar het Hoornse
stadbestuur kwam daartegen op, omdat Wognum, Wadway en Spierdijk, die -
zoals wij zagen - onder de jurisdictie van Hoorn vielen, daarvan hinder
zouden ondervinden. Wognum had enige tijd later kans gezien een
privilege te krijgen om zelf bestuurders te kiezen en sommige ambten te
mogen vervullen. Een jarenlang proces, uiteindelijk door Hoorn gewonnen,
was het gevolg omdat volgens de stad inbreuk werd gemaakt op haar
privileges.
Er was twist met Alkmaar, dat trachtte de zetel van de Gecommitteerde
Raad in haar veste te krijgen, en met Enkhuizen over de zetel van de
dijkgraaf van Drechterland.