WACO busonderneming

De autobusdienst van Post

Op 2 april 1922 startte Post met één bus de lijndienst Hoorn - Enkhuizen. De carrosserie van deze bus was in Woerden op een 150 cm verlengd Ford vrachtwagenonderstel gebouwd. De langwerpige banken in de onverwarmde bus boden plaats aan 16 passagiers. Een retourtje kostte 30 cent, bewust lager dan de prijs van een treinkaartje. Elke werkdag waren drie ritten. De eerste jaren verliep de reis niet geriefelijk. Door de massieve banden en de slecht onderhouden steenslagwegen schudde de bus voortdurend. Desondanks werd de lijndienst een succes. Aan het einde van 1922 was het aantal ritten al verdubbeld, de twee-uurs dienst werd een één-uurs dienst. Het aantal bussen groeide tot 7. Vanaf 1924 hadden de nieuwe bussen luchtbanden, en ook meer zitplaatsen. Dit succes smaakte naar meer, in januari 1925 opende Post ook een beperkte lijndienst Hoorn - Medemblik.

Dienstregeling najaar 1922

Wachtkamers in de grote plaatsen



Waco wachtkamer in De Vier Heemskinderen in
Wognum 1935

Post wist de mensen voor zijn busmaatschappij, de 'Eerste West-Friesche Auto-Omnibusdienst' (EWFAO), te winnen. Ook al stonden er op de dienstregeling haltes, mensen konden ook onderweg instappen, nog een gebruik uit de tijd van de paardentram. Volgens het verhaal moet Post stoptekens, ijzeren bordjes met een grondpen, onder de bewoners in de dorpen langs de route hebben verspreid. Als buskaartjes in een tienvoud of meer werden gekocht dan gaf Post reductie. Hij haalde caféhouders over in hun bedrijf een geriefelijke wachtruimte te openen. Op zondag konden dorpelingen in verenigingsverband tegen een gereduceerd tarief naar een wedstrijd of een ander evenement worden gereden. Zelfs de kritische middenstanders wist Post voor zich te winnen, tegen een lage vrachtprijs nam de bus hun goederen van en naar Hoorn mee. De eindhalte van de bussen was op het Breed, toen nog een onderdeel van het Hoornse vrachtcentrum. De gemeentebesturen in de dorpen langs de route werden door Post goed over de verbetering van de verbindingen geïnformeerd . Bij hen vond Post eind 1922 een gewillig oor voor een gemeentelijke bijdrage aan de kosten van het opzetten van de busdienst.